GEZONDHEID
Over het algemeen is de American Staffordshire Terrier een zeer gezond ras. Desondanks zijn er toch een aantal mogelijke aandoeningen waar ons ras mee te maken kan hebben. Elleboogdysplasie (ED) Elleboogdysplasie is een verzamelnaam voor vier veelvoorkomende elleboog aandoeningen bij honden: LPCM, LPA, OCD en incongruentie. De elleboog is het scharniergewricht in de voorpoten. Het gewricht zit tussen het opperarmbeen in de bovenarm en het spaakbeen en de ellepijp in de onderarm. Ter versteviging van dit gewricht is de ellepijp extra lang en heeft een aantal uitstulpingen die met het opperarmbeen scharnieren. Deze uitstekende stukjes bot maken het gewricht sterk, maar ook complex. Kleine afwijkingen in de groei van de hond kunnen daardoor grote gevolgen hebben. Degeneratieve Myelopathie (DM) Degeneratieve myelopathie is een progressieve neurologische aandoening bij honden, waarbij het ruggenmerg langzaam achteruitgaat, wat leidt tot verlies van coördinatie en spierkracht in de achterpoten. Uiteindelijk kan de hond verlamming ontwikkelen, omdat de zenuwen die bewegingen aansturen steeds verder afsterven. Hartaandoeningen (MVD) MVD is de meest voorkomende hartaandoening bij volwassen honden. De mitraliskleppen zijn de kleppen tussen het linker ventrikel (pompkamer) en het linker atrium (voorkamer of boezem). Als de ventrikels samentrekken moeten de kleppen voorkomen dat het bloed terugstroomt naar het atrium. Bij honden die lijden aan MVD vormt er zich geleidelijk aan een soort littekenweefsel op de kleppen waardoor de klep meer en meer vervormt en niet meer goed sluit. Als gevolg daarvan stroomt er bij elke contractie een deel van het zuurstofrijke bloed terug naar het atrium in plaats van uit het hart. Dit wordt mitralisklepregurgitatie (MR) genoemd. Naarmate de ziekte vordert en de klep steeds meer vervormt, wordt de lekkage steeds groter en zal het linker atrium vergroten. In een vergevorderd stadium worden ook de ophangbanden aangetast ter hoogte van hun aanhechting aan de kleppen. Neuronale ceroid lipofuscinose 4A (NCL4A) Neuronale ceroïde lipofuscinose 4A (NCL4A), nu bekend als lysosomale opslagziekte, wordt gekenmerkt door de ophoping van toxische stoffen in neuronen. In tegenstelling tot andere lipofuscinosen treedt deze ziekte pas laat op, op volwassen leeftijd. NCL4A wordt veroorzaakt door een tekort in de enzymactiviteit van arylsulfatase G. De eerste symptomen van de ziekte treden op tussen de 3 en 5 jaar. Het begin van de ziekte is later en verloopt langzamer in vergelijking met andere lipofuscinosen. Symptomen zijn onder andere gebrek aan spiercoördinatie, tremoren, abnormale oogbewegingen, abnormaal lopen en moeite met evenwicht en springen. In tegenstelling tot andere lipofuscinosen zijn er geen visuele stoornissen. Sinds de terbeschikkingstelling van de test op NCL4A in 2008 en het verplicht testen is het aantal lijders binnen de American Staffordshire Terrier populatie met stamboom in Vlaanderen herleidt tot nul. Het screenen van het ras op deze aandoening blijft desondanks nog steeds een must! Hyperuricosurie (HUU) Hyperuricosurie en hyperurikemie (HUU) is de aanwezigheid van ongewoon hoge hoeveelheden van het afvalproduct urinezuur in respectievelijk de urine en het bloed. De aandoening kan leiden tot urolithiasis (nier- en blaasstenen), wat op zijn beurt kan leiden tot mogelijk ernstige verstoppingen van de urinewegen. Klinische kenmerken zijn hoge urinezuurspiegels, die kunnen leiden tot urinestenen. Symptomen van urinestenen kunnen zijn: persen om te plassen, frequent urineren, bloederige urine en in vergevorderde gevallen levensbedreigende obstructie van de urinewegen. Vaak is een operatie nodig om de stenen te verwijderen. De kans op het ontwikkelen van uraatstenen kan worden verkleind door gespecialiseerde voeding te gebruiken. Polyneuropathy and juvenile laryngeal paralysis (ALPP) Deze mutatie (ALPP) bij de American Staffordshire Terrier is verantwoordelijk voor een neurologische ziekte, polyneuropathie, die bijna systematisch geassocieerd wordt met juveniele larynxverlamming. De eerste symptomen kunnen al na 3 maanden optreden en manifesteren zich meestal door ademhalingsstoornissen (aanwezigheid van geluiden) en een wijziging van de bast. De ataxische aanpak (verlies van bewegingscoördinatie) treedt meestal enkele maanden tot enkele jaren later op. Gedetailleerde symptomen: Progressieve intolerantie voor lichaamsbeweging, verlies van coördinatie van bewegingen, vooral in de achterhand, progressieve atrofie van de spieren tot het punt waarop het dier niet meer in staat is zijn eigen gewicht te dragen, larynxverlamming die zich manifesteert door moeizame ademhaling (geluiden zijn hoorbaar) en veranderde blaffen (dysfonie), braken en slikproblemen. Sinds maart 2022 is er een DNA-test beschikbaakbaar om deze aandoening op te sporen. Momenteel kan de test in Europa enkel aangevraagd worden bij het labo Antagene in Frankrijk. |
|